Zeilen met de Zeelandia
De zeilen van voor naar achter: kluiver(1), fok(2), grootzeil(3) en bezaan(4). De bezaan is een zeil dat aangeslagen is aan de achterste mast, de bezaansmast.Het woord is afkonstig uit het Spaans mesana en Portugees mezana. De fok is het zeil dat vóór de mast gehesen wordt. De fok wordt bevestigd aan de voorstag en wordt vastgezet op de boeg. De fok heeft een kleiner oppervlak dan het grootzeil. De kluiver is het voorste zeil van het schip. De Zeelandia heeft twee masten, de voorste mast heet de grote mast, is de langste en de achterste mast is de bezaanmast. Aan de voorste mast wordt het grootzeil gevoerd, het is het grootste zeil van de Zeelandia. De giek, oorspronkelijk gijk genoemd, is het rondhout aan de achterkant van de grote mast, waaraan de onderkant (onderlijk) van het grootzeil is vastgemaakt. Het rondhout is doorgaans gemaakt van hout of metaal, en zorgt ervoor dat de onderkant van het grootzeil uitgespreid blijft. Aan de giek zit ook de grootschoot vast, de lijn waarmee het zeil gevierd dan wel aangehaald kan worden tot een juiste stand ten opzichte van de wind. Er zijn verschillende manieren waarop de giek aan de mast bevestigd kan worden. Gemene deler is dat de giek bewegingsvrijheid moet hebben, moet kunnen draaien. De Zeelandia heeft een giek met lummelbout Een lummelbout is een bout die aan het eind van de giek bevestigd is en die past in een gat dat aan de mast bevestigd is. De lummelbout zelf heeft een horizontaal scharnier, waardoor de giek op en neer bewogen kan worden. Met de grootzeilval kan met het zeil de giek omhooggetrokken worden, met de voorlijkspanner kan de giek weer omlaag getrokken worden. Aan de giek kan ook een neerhouder bevestigd worden, met als doel het zeil strakker te spannen (met name van belang bij hoge, aan de windse koersen).
Het grootzeil van de Zeelandia is gaffelgetuigd. Een gaffel is een rondhout, waaraan het grootzeil is bevestigd. Gaffelgetuigd wil zeggen dat het grootzeil onder aan een giek bevestigd is, en boven aan een gaffel, meestal korter dan een giek, hoewel dat niet noodzakelijk zo is. De vorm van de gaffel kan recht zijn, maar kan ook gekromd zijn.
Bij een gaffelgetuigd schip kan er geen achterstag zijn. Een achterstag zou dan het zeil in zijn bewegingen kunnen hinderen. De achterstag wordt vervangen door twee bakstagen:
De kluiverboom is een verlenging aan de voorkant van een schip. In de haven en in een sluis wordt de kluiverboom getopt.
Met het voorlijk wordt het zeil aan de mast bevestigd. Bij de Zeelandia gebeurt dat door een lijn, de rijglijn of rakbanden, om de mast en door ogen in het zeil heen te laten lopen. Een rakband of rijglijn is voorzien van kloten, kralen die er voor moeten zorgen dat de lijn bij het hijsen soepel over de mast heen loopt. |